Zit ik alleen in de auto, tikt er iemand op mijn schouder!
Ik tufte lekker in mijn auto rond. Rustig reed ik over
smalle landwegen. Wegen met bomen en riet. Soms zag ik
glinsterende lampjes die als ik dichterbij kwam ogen van
reeën bleken te zijn. Ik genoot van de prachtige
sterrenhemel boven mij. Wat kan ik toch genieten van de
nacht. Het enige licht is van mijn koplampen. Hier kennen
ze geen straatverlichting. De hobbel de bobbel weg waar
ik nu rijd is ongeveer 3 kilometer lang. Dan opeens tikt
er iemand op mijn schouder! Een flinke tik! De
weerbaarheidscursussen die ik gevolgd heb hebben succes,
ik blijf op de weg, raak zelfs de berm niet. Ik kan ook
nog denken. En denk wie dan...
Het antwoord komt als ik mijn hand naar achteren steek.
Het is een paraplu. De paraplu die in het net lag dat
boven in de auto gespannen is. De paraplu is van al het
gehobbel over de landweggetjes langzaam naar beneden
gegleden om mij een forse tik te geven...